Skip to main content

Mijn twijfel over talenten


Geschreven door Marijn Vlasblom

15 april 2024
Geplaatst op 15 april 2024

In de afgelopen 36 jaar van mijn leven heb ik veelvuldig preken en praatjes gehoord over de gelijkenis van de talenten, zoals omschreven in Matteüs 25:14-30. Als ik heel eerlijk ben, gaat mijn bullshit-detector al jaren af bij het horen van dit verhaal… Maar eerst: Waar gaat het over?

Het verhaal

In deze vertelling van Jezus krijgen drie werknemers beschikking over het vermogen van hun werkgever. Zij maken radicaal verschillende keuzes: de eerste twee verdubbelen het vermogen, de derde stopt het in de grond, tot groot ongenoegen van de werkgever met een hoofdletter…

De uitgekauwde uitleg…

De uitleg van deze tekst komt eigenlijk altijd neer op hetzelfde: “Wij hebben allemaal gaven en talenten gekregen, dus jij mag jouw unieke talenten ontdekken en daar moet je wat mee doen! Dus stop je talent niet in de grond, maar gebruik ze voor God!”

Als je wat langer in de kerk komt, is dit vast een herkenbare uitleg voor je. Sterker nog: wij gebruiken “gaven en talenten” vaak als gevleugelde combinatie als het gaat om onze eigen inzet in de gemeente… Maar klopt het ook? Gaat het hier inderdaad om persoonlijke kwaliteiten?

Talenten hebben niets met talenten te maken.

De traditionele uitleg van deze tekst leunt sterk op het woord ‘talent’. Dat is logisch, want dit is toch wat er staat? Tot je ontdekt dat het Griekse woord ‘talentos’ werkelijk niets te maken heeft met wat wij verstaan onder het woord ‘talent’. Wij Nederlanders zien talenten als persoonlijke kwaliteiten; voetballers en atleten hebben ‘talent’… Maar in het Grieks is ‘talentos’ gewoon een gewicht aan geld, zoals wij het over een ‘ton’ hebben. Omdat wij het Griekse ‘talentos’ niet direct kunnen vertalen (vanwege andere gewichten en munteenheden), hertalen we dat in het Engels en Nederlands als ‘talent’. Toevallig heeft dat woord voor ons ook een heel andere betekenis, zoals ‘ton’ kan gaan over geld, gewicht én haring… De Bijbel in Gewone Taal kiest er dan ook voor om ‘talenten’ te vertalen met ‘ton’ en ‘miljoen’, wat voor de hedendaagse lezer misschien wel beter is…

Kortom: De klassieke uitleg is gebaseerd op een taalkundige toevalligheid, met inhoudelijk behoorlijke consequenties. Deze tekst in Matteüs (én de variant in Lucas 19) gaat dus niet over persoonlijke talenten. In andere talen en landen, wordt deze tekst dan ook heel anders gelezen…

Jezus en de klok van het Koninkrijk

Waar gaat het dan wél over? Het helpt hier om een beetje uit te zoomen. Dit gaat om een fragment uit de laatste ‘rede’ van Jezus in Matteüs 24 en 25. Wanneer Jezus met zijn leerlingen tussen de imposante tempelgebouwen loopt, begint de Rabbi met een relaas over de laatste dingen: de komst van de Mensenzoon én de wederkomst. Het gaat daarbij consistent over de klok van het Koninkrijk en hoe christenen mogen omgaan met die tijd. Aan de ene kant weten ze niet wanneer deze dingen gebeuren zullen, en dus roept Jezus op tot waakzaamheid. De vraag is dus: Hoe ga je om met de tijd in het licht van Jezus wederkomst?

Als we vanuit die lens gaan kijken naar de derde dienaar, begrijpen we ineens de woede van de werkgever…

Woede van de werkgever

Want waarom is de werkgever zó boos op de derde dienaar? Eigenlijk heeft de derde dienaar drie problemen:

  1. Hij is lui. Het probleem is niet dat hij iets verkeerd heeft gedaan, maar het feit dat hij niets heeft gedaan. Jezus waarschuwt Zijn leerlingen zo voor een fatalistische en passieve houding: “Als God terugkomt, heeft alles wat we hier doen tocht geen zin!”
  2. Hij heeft een verkeerd beeld van Zijn meester. Hij ziet Zijn meester als een soort Dagobert Duck; een gierige vrek. “U maait waar u niet hebt gezaaid, en oogst waar u niet hebt geplant.” Kortom: de dienaar verstopt zich achter zijn angst… En de werkgever lijkt het nog te bevestigen ook! Dit is echter een typisch Joodse argumentatiestijl: “Laten we voor het argument net doen alsof je gelijkt hebt…. Dan heb je alsnog een domme keuze gemaakt!” De gulle houding van de meester naar de andere dienaren verraad juist dat de werkgever niet bepaald een gierigaard is…
  3. De dienaar is bezig met de verkeerde vraag. Hij kronkelt met de vraag “Hoe kom ik goed uit deze deal?!”, maar de vraag had moeten zijn: Hoe dien ik mijn Heer?

Koninkrijk in werk en kerk

Kortom: De gelijkenis van de talenten gaat simpelweg over werken en dienen in deze tijd. Als de vraag is “Hoe ga je om met de tijd in het licht van Jezus wederkomst?”, leert deze gelijkenis: “Door in je leven en werken God en Zijn Koninkrijk te dienen!”

Laten we daarbij waken voor het risico dat we het dienen van het Koninkrijk opsluiten in specifieke taken, beroepen of de kerk… Dan gaat het om iets wat je erbij moet doen. Het gaat er juist om: Hoe dien je in het Koninkrijk op de plekken waar je nu al woont, werkt, studeert, etc. Die vragen gaan om een veel hoger, breder en dieper begrip van het Koninkrijk dan enkel onze eigen individuele kwaliteiten… Of, om het met een lied te zeggen…

Marijn Vlasblom is werkzaam als docent aan het Seminarium en geeft onder andere de vakken Missie in context en Gemeentepraktijken.

Mijn twijfel over talenten