Skip to main content

Autonomie: waar hebben we het over?


Geschreven door Oeds Blok

13 oktober 2022
Geplaatst op 13 oktober 2022

Autonomie1bIk maak een boswandeling met een stel uit onze wijk. We houden er samen van om in gesprek te zijn over het leven en over geloof. Zij hebben samen een verschillende achtergrond, kerkelijk en niet-kerkelijk, en zoeken open gesprek. Het gaat over het kruisigen van je ‘ik’ en wat dat nou betekent. Ben je niks als mens in het christelijk geloof? Wat betekent dat, als ik kies voor het christelijk geloof? Deze blog gaat over wat hier speelt. Ik ga hier op in met de vraag: autonomie, waar hebben we het over?

Autonomie?

De vragen die bij ons opkomen tijdens de wandeling zijn vragen die ook in de kerk leven. ‘Je moet jezelf verloochenen.’ ‘Het draait niet om jou.’ ‘Denk niet te hoog van jezelf.’ Heel wat preken gaan over dat je als mens geneigd bent om voor jezelf te leven en dat dat niet goed is. Het streven naar autonomie als mens is over het algemeen niet iets dat wordt gestimuleerd in preken of in onderlinge gesprekken tussen christenen. Het streven naar autonomie kan daardoor voelen als ‘niet goed’. Hoe is dat voor jou?

Het is naar mijn overtuiging nodig dat we scherper onder woorden brengen wat we bedoelen met ‘autonomie’. Er zijn denk ik twee verschillende betekenissen van autonomie die we vaak niet onderscheiden. En dat is – zo geloof ik – schadelijk.

De eerste betekenis om te onderscheiden is autonomie als ‘los willen zijn van God’, ‘los willen zijn van de ander’, ‘los van de schepping’, onafhankelijk leven. Letterlijk betekent autonomie: ‘je eigen wet zijn’. In Bijbelse taal is dit het bestaan van de ‘oude mens’. Het is niet zoals we zijn bedoeld, maar zoals we zijn geworden. De kerkhervormer Luther bracht dit ‘leven in zonde’ treffend onder woorden: de neiging om steeds een ‘bochtje’ te maken naar jezelf en daarin vastzitten (Latijn: incurvatus in se). Hiermee hebben we het grootste probleem van ons als mensen te pakken: dat ‘bochtje’ naar onszelf, naar het eigenbelang, het ‘bochtje’ (vaak onbewust) naar het zelfbehoud. We zijn niet meer vrij, met ellendige gevolgen.

De tweede betekenis van autonomie is een vorm van onafhankelijkheid in de zin van: zelfstandig te werk gaan en vrije, ongedwongen keuzes maken. Dit is een bevestiging van je ‘persoon zijn’ als mens: ik ben, ik wil, ik kan, ik mag. Door heel de Bijbel heen wordt deze vorm van autonomie van ieder mens hoog gehouden. Het is een groot wonder dat God ons niet dwingt als mens, maar ons aanspreekt. Je doet er toe als mens en jouw keuzes ook.

‘Adam, waar ben je?’

We vinden deze beide betekenissen van autonomie terug in het verhaal van Adam en Eva in het paradijs (Genesis 1-3). Adam en Eva willen ‘hun eigen wet zijn’, ze willen ‘als God zijn’. Ze vertrouwen niet meer op Gods goedheid en zorg voor een veilig en goed leven. Ze eten van de boom in het midden van de tuin. God had hen dat verboden, omdat ze dan zouden sterven. Als God door de tuin van Eden loopt, verbergen Adam en Eva zich. Het is treffend hoe God hen dan tegemoet treedt. Er komt niet eerst een oordeel, maar een vraag: ‘Adam, waar ben je?’ Adam reageert: ‘Ik werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik mij.’ Het roepen van Adam bij zijn naam heeft betekenis: het is een bevestiging van hem als persoon. Tegelijk worden Adam en Eva uitgenodigd om tevoorschijn te komen, in het licht, voor Gods aangezicht, en om verantwoordelijkheid te nemen over hun leven.

Denk ook aan ontmoetingen van Jezus in de evangelieverhalen. Bijvoorbeeld de ontmoeting van Jezus met de blinde bedelaar langs de weg bij Jericho (Marcus 10,46-52 en Lucas 18,35-43). Ook de bedelaar aan de rand wordt bij zijn naam genoemd: Bartimeüs, zoon van Timeüs. Jezus laat hem roepen. In de ontmoeting met Bartimeüs overheerst Jezus hem niet met zijn doel om hem te genezen. Jezus vraagt: ‘Wat wil je dat ik doe?’ Onderdeel van de heling van Bartimeüs is de waardigheid die Jezus hem geeft in het zichzelf uitspreken en zo de eigen regie te nemen over zijn leven.

Autonomie2

Praktijk van alledag

Tijdens de boswandeling raken we in gesprek over de twee betekenissen van autonomie. Het ‘persoon zijn’ en de bevestiging daarvan resoneert bij ons alle drie. Het maakt verschil in de praktijk van alledag hoe je omgaat met de ander. Neem je de ander serieus in wie hij of zij is, wat hij of zij wil, kan en mag? Of weet jij het beter voor het leven van de ander? Neem je de ander serieus in zijn of haar eigen verantwoordelijkheid of wil je graag oplossen voor de ander? De betekenis van autonomie als het ‘bochtje naar jezelf’ blijkt ook wel confronterend. Hoe werkt dat voor mij, naar de ander toe, naar God toe, naar de schepping toe? Het is een perspectief dat aan het denken zet. Welke keuzes maak ik?

Autonomie3In mijn ervaringen als buurtpastor merk ik dat het onderscheiden van de twee betekenissen van autonomie ertoe doet. Ik kom bijvoorbeeld mensen tegen met schade van diverse vormen van misbruik in hun leven, vaak van jongs af aan. Door het misbruik is het eigen ‘persoon zijn’ ondermijnd. De eigen regie is hen al vroeg in hun leven ontnomen. Met de boodschap ‘het gaat niet om jou’ en ‘autonomie is niet goed’ kan ik onbewust bijdragen aan het daderpatroon in het misbruik. Het is nodig om beide betekenissen van autonomie te onderscheiden. Ik kan het ook zo zeggen: pas als je iemand bent, kun je jezelf verloochenen. Zoals ook Jezus wist in de band met zijn Vader wie Hij was: de geliefde. Daardoor kon Hij zichzelf geven, zelfs naar de vijandige ander.

Wat is er nodig om een leven te veranderen?

Anna Ruddick gaat in haar boek Reimagining Mission From Urban Places. Missional Pastoral Care (2020) in op ons thema. Binnen de pioniersplekken van het Eden Netwerk deed zij onderzoek naar de vraag: wat is er nodig om een leven te veranderen? Bij deze vraagt ontdekte zij twee factoren. Deze twee dingen kunnen wij meenemen in ontmoetingen in de praktijk.

Om te kunnen veranderen en bloeien als mens is ten eerste de bevestiging van je persoon zijn nodig. Anna is verrast dat deelnemers in de pioniersplek tijdens haar onderzoek ook uitdrukken dat zij hetzelfde zijn gebleven als zij gaan geloven. De deelnemers vertellen over grote veranderingen in hun leven. Ze vinden nieuwe betekenis in hoe zij naar zichzelf gaan kijken, naar de wereld en naar God. Tegelijk vertellen zij dat ze nog steeds zichzelf zijn in hun nieuwe geloof! Op deze manier is hun nieuwe geloof geen uiterlijk jasje, maar geïntegreerd in hun persoon, in hun eigen verhaal. Ruddick gebruikt hier het ‘persoon zijn’ in de tweede betekenis van autonomie: de waarde, het wonder en de realiteit van je bestaan. Deze bevestiging omvat zowel de aanvaarding van de persoon in wie hij of zij is, als het zelf kunnen handelen in het proces van hun verandering. Als fundering voor het ‘persoon zijn’ noemt Ruddick vanuit het Bijbelse verhaal dat ieder mens is gemaakt naar het beeld van God. Op grond van deze fundering geven we vertrouwen aan de ander en… verantwoordelijkheid! Dit aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid, toevertrouwen aan God en loslaten, in plaats van de neiging om te redden en op te lossen is cruciaal. Ik heb zelf in onze wijk in diverse situaties gemerkt hoe heilzaam dit is. Door het serieus nemen van de ander, ontstaat er een ontmoeting van mens tot mens, waarin ik steeds weer wordt verrast door Gods actieve aanwezigheid.

Voor verandering is ten tweede een contrastervaring van verschil nodig, in woorden en daden, spontaan en bewust. Een voorbeeld hiervan is de ervaring van afwijzing die iemand meeneemt en de nieuwe ervaring van aanvaarding, in persoonlijk contact en in de gemeenschap. Het verhaal van de schepping en van Israël, het verhaal van Jezus’ lijden en opstanding vormen een alternatief verhaal met nieuwe betekenisgeving. Met het vrijmoedig leven en delen van dit verhaal nodigen we mensen uit in het komende koninkrijk van God, in hun leven en in de gemeenschap. In dit ‘spelen met verhalen’ in de ontmoeting bied jij de ander een nieuw perspectief en de ander biedt jou ook een nieuw perspectief. God is bezig om ieder van ons te vormen!

Wat brengt het jou om de twee betekenissen van autonomie te onderscheiden? Hoe kunnen deze betekenissen bijdragen aan het bevestigen van het persoon zijn van ieder en aan een contrastervaring van verschil? Mijn hoop is dat wij met deze vragen kunnen bijdragen aan het elkaar helpen om betekenis te vinden in ons leven, in open gesprek, zoals met het stel uit onze wijk.

Oeds Blok coördinator en coach gemeentestichting en pionieren bij Unie-ABC. Hij was 14 jaar voorganger van de Baptistengemeente Amersfoort en experimenteert sinds 2012 met een buurtkerk in de Amersfoortse volkswijk Soesterkwartier.

Autonomie: waar hebben we het over?