Wat is kennis en wat is het niet?
Geschreven door Henk Bakker
Onderwijs heeft alles te maken met het controleren van kennis. Wat is kennis en wat is het niet? Kennis is wetenschap, namaakkennis is pseudowetenschap. Kinderen leren al te onderscheiden tussen waar en niet waar. Op hun verdere leerweg worden zij daarin begeleid en krijgen zij uitgebreid instructie over wetenschap en de marges van zekerheid/onzekerheid. Wat zij in elk geval leren is dat kennis (wetenschap) berust op een systeem van zelfcontrole. Dit klinkt nogal moeilijk, maar dit is het niet. Het komt er eenvoudig op neer dat kennis altijd gecontroleerd dient te worden.
Proefondervindelijk
Wetenschap gaat over controle, liefst proefondervindelijk, zoals in een laboratorium met allerlei reageerbuisjes te zien is. Je doet het ene stofje bij het andere, en wat levert dit als resultaat op? Zo moet het ook met kennis in zijn algemeenheid gaan: pas als je het vele malen test, kan het voor korte of langere tijd vaststaan. Niemand neemt kennis zomaar als kennis aan, als die niet grondig gecontroleerd is. Misschien neem je naïef iets zomaar aan, bijvoorbeeld een product op het internet dat je veel te duur koopt en de beloftes niet waarmaakt, maar bij grote keuzes wil je dat het om zekere kennis gaat. Bijvoorbeeld: bij een medische operatie willen we geen risico lopen, toch?
Geestelijke keuzes
Minstens zo belangrijk als medische operaties, de gezondheid van lijf en leden, zijn de geestelijke keuzes die we maken op grond van inzicht en kennis. Opvallend is dat mensen zich op dit gebied net zo gemakkelijk door pseudowetenschap laten meevoeren als op het internet vaak het geval is. Allerlei sites, blogs et cetera zien er wel interessant en gewichtig uit, maar wat er allemaal beweerd wordt, is niet of nauwelijks controleerbaar. Wie terugvraagt naar ‘waar haalt men deze beweringen allemaal vandaan?’, komt uit bij ongegronde beweringen. Ze zijn niet terug te voeren op historisch onderzoek, Bijbelonderzoek, traditie-onderzoek of praktijkonderzoek. Soms zijn de beweringen ronduit gebaseerd op onzin.
Wat werkt is waar?
Wij leren de studenten op de Vrije Universiteit en het Baptist House om zichzelf te controleren. Het kennis-instrumentarium leren ze uitvoerig gebruiken. Ik vind dan ook dat het argument ‘maar het werkt toch, dus God zegent’ niet voldoende is. Sektes groeien ook hard, maar daarmee is hun kennis nog niet waar. Daar zit de valsheid dan ook: omdat het werkt, zou het waar zijn! Wie weet wat het placebo-effect is, ziet gelijk waar het mis kan gaan: als het pilletje werkt, hoeft er nog geen enkele medische stof in te zitten.
Sektes en fundamentalisme
Controle, controle, controle – daar draait het om bij de kennisfabriek. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een van de hoofdkenmerken van een sekte ‘een naar binnen gekeerde waarheidsopvatting’ is. Bij sektes hoef je dan ook niet aan te komen met ‘maar historisch onderzoek laat toch zien dat’, of ‘vanuit de taalwetenschap kun je toch niet zomaar zeggen dat’, of ‘zouden we ons niet beter moeten inlezen op’. Sterker nog, het wordt sekteleden ontraden om zich breder te informeren en dieper de wetenschappelijke controle in te gaan.
Uiteindelijk kom je ook uit bij de kenmerken van het nieuwe fundamentalisme. Wat hun waarheidsbegrip betreft verschillen christenen die sektarisch denken niet sterk van bijvoorbeeld Islamitische fundamentalisten. Je leert er niet denken en je mag er ook niet vrij hardop denken. Zelfs kritische vragen stellen plaatst de vraagsteller al in de verdachtenbank. Interessant is dat als ik dit zo nu en dan benoem in kringen die sektarische waarheidsopvattingen hebben, men in de regel vindt dat dit in fundamentalische Islamitische kringen inderdaad problematisch is, maar bij hen toch echt niet. Bij een groep als IS zou een denkpolitie verboden moeten worden, maar bij hen niet.
Onafhankelijke specialisten
De zegen van onderwijs is dat wij studenten die de gemeente van Christus dienen leren om zich bij voortduring te (laten) controleren. Dit raakt hun preken, hun onderwijs, hun pastoraat, hun kijk op de gemeente en ga zo maar door. We leren studenten bijvoorbeeld naar Bijbelteksten kijken en die grondig analyseren. Het komt dan wel eens voor dat een student meent een uniek inzicht in de tekst te hebben. De controle bestaat uit het naslaan van commentaren, liefst zo’n drie of vier commentaren van onafhankelijke specialisten. Als de student dan merkt dat hij/zij als enige die opvatting heeft, is de keuze gauw gemaakt: of je bent inderdaad briljant en hebben exegeten in tweeduizend jaar dit nog nooit gezien, of je hebt een ketterse/sektarische kijk op de tekst. Bijna altijd is het tweede het geval en slikt de student zijn opvatting in. Dit leidt tot de gedachte: hoe unieker hoe ketterser.
Henk Bakker is namens de Unie van Baptistengemeenten hoogleraar voor de McClendon Chair for Baptistic and Evangelical Theologies aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Henk woont in Lelystad en is lid van de Baptistengemeente Lelystad.