Skip to main content

Veertigdagentijd: wat moet je daarmee?!


Geschreven door Debora Krikken

01 maart 2022
Geplaatst op 01 maart 2022

Morgen, woensdag 2 maart, begint de Veertigdagentijd. Je hebt hier vast wel eens van gehoord, maar weet je ook wat het inhoudt en waar het vandaan komt? In deze blog neem ik je mee op een korte verkenningstocht. Zo kun je, hopelijk goed geïnformeerd, bedenken of en zo ja, op welke manier jij deze periode door wilt brengen.

Wat is het en hoe is het ontstaan?

De Veertigdagentijd zijn de veertig dagen voor Pasen. In de tweede eeuw werd het onder christenen gangbaar om ter voorbereiding op Pasen te vasten. Dit deed men meestal de drie dagen voorafgaand aan Pasen, later werd dat uitgebreid naar de hele week voorafgaand aan Pasen. Helemaal aan het eind van de derde eeuw werden de veertig dagen voor Pasen als vastenperiode aangemerkt. Omdat op zondagen niet werd gevast in de kerk, bepaalde paus Gregorius de Grote dat de Veertigdagentijd voortaan 46 dagen voor Pasen moest beginnen. Zo bleven er, zonder die zondagen, veertig echte vastendagen over tot Pasen. Door deze instelling begint de Veertigdagentijd op een woensdag, die Aswoensdag wordt genoemd.

Kruisje op voorhoofd 600x400In katholieke (maar ook in sommige protestantse) kerken wordt vandaag de dag nog steeds tijdens de avondviering op Aswoensdag een kruisje met as getekend op het voorhoofd van de gelovigen. Dit is een teken dat de gelovige een tijd van bezinning en bekering ingaat, als voorbereiding op Pasen. As herinnert aan de vergankelijkheid van ons leven, net als dat Jezus leven leek te eindigen in de dagen naar Pasen toe.[1] De kruisvorm verwijst naar het kruis waaraan Jezus is gestorven, dit kruis staat voor christenen symbool voor redding. Jezus’ kruisiging is voor christenen hét keerpunt in de wereldgeschiedenis.  Tijdens de Veertigdagentijd wordt er door christenen over de hele wereld gevast. Sommige christenen vasten door te minderen of te stoppen met een bepaalde luxe, zoals vlees, alcohol of tegenwoordig ook social media. Dit doen ze om letterlijk meer ruimte te maken voor God in hun leven. Vasten in de Veertigdagentijd zorgt ervoor dat mensen gaan verlangen naar Pasen, zegt Miranda Klaver.[2]

De laatste week van de Veertigdagentijd heet de Goede Week. In veel kerken is dan elke dag een bijeenkomst, maar in ieder geval op de vrijdagavond en de zondagochtend. Deze week begint met Palmzondag, waarop herdacht wordt hoe Jezus op een ezel Jeruzalem binnenreed. De donderdag is Witte Donderdag, op deze dag wordt Jezus’ laatste maaltijd met zijn leerlingen herdacht. De vrijdag heet Goede Vrijdag, de dag waarop wordt stilgestaan bij Jezus’ kruisiging. De zaterdag wordt Stille Zaterdag genoemd, omdat die dag Jezus dood in het graf lag. De zondag is de laatste dag van de Veertigdagentijd, dit is het hoogtepunt: het is Pasen, de dag waarop wordt herdacht dat Jezus opstond uit de dood.

Waarom veertig dagen?

In de Bijbel komt het getal veertig trouwens regelmatig terug. Zo wachtte Noach veertig dagen voordat hij uit de ark op het land stapte. Mozes verbleef veertig dagen op de Sinaïberg voordat hij de Tien Geboden ontving. Elia zwierf veertig dagen in de woestijn en ontmoet dan God. En ook Jezus loopt veertig dagen rondt in een woestijn. Een belangrijke, vormende periode voor Hem, voordat Hij aan zijn publieke optreden begint. Telkens dus een periode van veertig dagen waarin een persoon in de Bijbel intens zoekt en daarin een nieuw leven met God vindt. Dat wordt als het ware ‘nagespeeld/nageleefd’ in de Veertigdagentijd: gelovigen zoeken God en hopen hem uiteindelijk te vinden.[3]

Het belang van meedoen in het ritme van het kerkelijk jaar

De Veertigdagentijd is een belangrijk onderdeel van het kerkelijk jaar. Het kerkelijk jaar is ingericht rond de belangrijkste gebeurtenissen uit Jezus’ leven. Het idee achter het kerkelijk jaar is dat op deze manier de kerk het leven van de gelovigen laat opgaan in het ritme van het leven van hun Heer: Jezus Christus. Door mee te gaan in het ritme van het kerkelijk jaar worden gelovigen gevormd.

In het vak Spiritueel Liturgische Vorming dat ik vorig jaar aan het Baptisten Seminarium volgde, stonden we stil bij wat ons als mensen allemaal vormt. Ons leven van alledag bestaat namelijk uit allerlei liturgieën (gebruiken) die niet alleen uiten wat we geloven, maar die ons ook vormen. Een voorbeeld: Het maakt nogal verschil of ik mijn dag begin met het pakken van mijn telefoon en het checken van alle berichten/nieuws of dat ik mijn dag begin door een kop koffie te drinken met God en tijd met Hem doorbreng door mijn verlangens voor, maar ook zorgen over de dag die voor me ligt met Hem te delen. Gebruiken, zoals het hier genoemde ochtendritueel, zijn daarmee niet neutraal, het is vormend, het heeft uitwerking op de rest van de dag, op hoe ik op bepaalde situaties reageer en waar ik mijn toevlucht in zoek.

Kaars aanstekenZo vormen ook liturgieën in de kerkdienst ons (on)bewust. Een goede liturgie richt ons verlangen op God. Het verlangen naar God is volgens James Smith hét cruciale onderscheid tussen de liturgie van de kerk en de liturgie van het winkelcentrum (dat ons verlangen eveneens vormt en richt). Herman Paul ziet secularisatie in deze termen: het verlangen van een mens naar God wordt overstemd door verlangens naar status, welvaart en geluk.[4] Volgens Smith zijn mensen inderdaad verlangende wezens die gevormd worden. Hierin ziet Smith een belangrijke taak voor de liturgie in kerkdiensten: ‘Worship functions as a counterformation to the mis-formation of secular liturgies’.[5] Paul denkt dat er meer nodig is. Hij vraagt zich af in hoeverre een liturgische praktijk enige impact heeft op ons alledaagse leven. Paul onderkent dat individuen enerzijds in hoge mate gevormd worden door de gemeenschappen waar ze in participeren. Maar anderzijds worden die individuen ook in andere rollen en contexten gevormd. Paul concludeert: ‘Al voedt de liturgie het verlangen naar God, de adventsvergetelheid van het doordeweekse leven laat zich met een lied op zondag niet verhelpen’.[6] Daarom pleit hij ervoor om aandacht hebben voor de alledaagse praktijken die het leven vormen.

Dit is wat Tish Warren ook betoogt in haar boek Liturgie van het alledaagse. Het zijn onze gewoontes en gebruiken die ons vormen en die bepalen wie of wat we aanbidden. De liturgie op zondag leert je een wereldvisie, maar je hebt dagelijkse gewoonten nodig die je vormen tot mens die naar God verlangt, die God aanbidt. Liturgie is geen wondermiddel.[7] Warren pleit tegelijkertijd voor het werken met een ‘liturgische/ kerkelijke kalender’ in de liturgie van de kerk. Omdat je hierdoor het ritme leert leven aan de hand van een ander verhaal. Het kerkelijk jaar ordent de tijd rondom het verhaal van Christus. De gebeurtenissen uit het leven van Jezus worden overigens niet gevierd om alleen het verleden te gedenken, het doel is om door het vieren van Gods daden in het verleden gevormd te worden door Christus, door met Hem te sterven, met Hem op te staan en te leven in de hoop op zijn terugkomst. Het in herinnering brengen van gebeurtenissen uit het verleden, moet op zo’n manier gebeuren dat het ons heden nieuwe betekenis geeft.[8]

Het kerkelijk jaar vertelt het verhaal van God en als mens begrijpen we de werkelijkheid door verhalen (Smith). Collega (en rector van het Baptisten Seminarium) Hans Riphagen borduurt voort op dit idee. Hij vindt daarom dat de liturgie diverse structuren moet aanreiken om het narratieve verhaal te vertellen. Ik sluit me volledig aan bij het pleidooi van Riphagen, dat vanuit het idee dat de mens leert door te doen via het lichaam, eveneens afkomstig van Smith, de liturgie meer collectieve, belichaamde vormen moet gebruiken om de aanbidding door ons lichaam bij ons hart te krijgen.[9] Denk aan vormen als de handdruk/vredegroet, aansteken van kaarsen, bibliodrama, gebruik van kunst, dans en het versieren van ruimte. En heel concreet met betrekking tot de Veertigdagentijd: vasten en het zetten van het askruisje. Nadia Bolz Weber zegt over Aswoensdag: "Our culture has no idea what to do with a day that celebrates the fact that we all sin and are going to die. To me, there is actually great hope in admitting my mortality and brokenness because then I finally lay aside my sin management program and allow God to be God for me.  Which is all any of us really need when it comes down to it."

Kortom: de Veertigdagentijd, als onderdeel van het kerkelijk jaar, heeft een belangrijk vormend aspect in het leven van een gelovige: het verlangen wordt gericht en de gelovige wordt steeds meer gevormd door Christus door het ritme van zijn leven te integreren in zijn of haar eigen leven.

Concrete tips voor de Veertigdagentijd

Tearfundkalender2022Als je na het lezen van bovenstaande enthousiast bent om de Veertigdagentijd invulling te geven en om zo je leven meer te laten vormen door Jezus, dan zou je kunnen overwegen om een askruisje te ontvangen. Er zijn vast kerken in jouw omgeving die een Aswoensdagviering houden. Het ontvangen van een askruisje is een belichaamde vorm voor het ingaan van de Veertigdagentijd. Daarnaast is het een aanrader om bijvoorbeeld de Tearfundkalender aan te schaffen. Deze scheurkalender biedt een combinatie van inhoudelijke overdenkingen uit de Bijbel, inspirerende verhalen, gedichten en vragen en opdrachten die helpen om met Jezus onderweg te gaan.

Van oudsher heeft de Veertigdagentijd trouwens drie pijlers: gebed, soberheid en solidariteit. Er zijn diverse organisaties die inspiratie bieden voor een concrete invulling van de Veertigdagentijd, waarbij aan alle drie de pijlers wordt gedacht. Hieronder heb ik een aantal voorbeelden voor je verzameld, voor als je hiermee aan de slag wilt:

Ik wens je toe dat je deze Veertigdagentijd onder de indruk zult komen van het leven van onze Heer Jezus en dat je je door Hem laat vormen in je denken, doen en laten.

Debora Krikken is studiecoördinator bij het Baptisten Seminarium.

  Voetnoten

  • [1] Aswoensdag | KRO-NCRV
  • [2] Veertig dagen vasten: hoe en waarom? | Petrus - Protestantse Kerk
  • [3] Veertigdagentijd 2022 Pasen Vastentijd Feestdagen EO - EO
  • [4] Herman Paul, Shoppen in advent. Een kleine theorie van secularisatie (Utrecht: KokBoekencentrum, 2020), 80, 93, 108-113.
  • [5] James K.A. Smith, Desiring the Kingdom: Worship, Worldview, and Cultural Formation (Grand Rapids, MI: Baker Academic, 2009), 88.
  • [6] Herman Paul, Shoppen in advent. Een kleine theorie van secularisatie (Utrecht: KokBoekencentrum, 2020), 126-135.
  • [7] Tish Warren, Liturgie van het alledaagse. Heilige gebruiken in het gewone leven. (Franeker: Van Wijnen, 2020), 25-29.
  • [8] Robert E. Webber, Ancient-Future Worship. Proclaiming and Enacting God’s Narrative (Grand Rapids: Eerdmans, 2008).
  • [9] Hans Riphagen, ‘Liturgievernieuwing als creatieve herbronning’. Baptistica Reeks deel 9 (2016): 87-89.
Veertigdagentijd: wat moet je daarmee?!