Bidden: Stemmen van gerechtigheid
Geschreven door Ingeborg te Loo
Soms komen dingen zomaar bij elkaar. Of misschien niet zomaar, het vraagt een manier van kijken, een manier van zien. In colleges Spiritueel Liturgische Vorming raakten we in gesprek over bidden en over voorbede in het bijzonder. Wat gebeurt er nu als we voorbede doen? Waarom zouden we voorbede doen? Zijn we hiermee God aan het ombidden, of mensen om ons heen, of misschien onszelf? God zelf bidt voor de wereld, voor ons mensen, als een doorlopende 24/7 gebedsmarathon. En als wij voorbede doen, dan sluiten we bij het gebed van Vader, Zoon en Geest zelf aan. Een ander inzicht, een frisse blik, God zelf in gebed voor de wereld die Hij geschapen heeft. Een besef dat wat meer tijd nodig heeft om door te dringen.
Week van gebed
Op dit moment is de Week van Gebed aan de gang. In de voorbereiding hiervoor schreef ik de maandelijkse gebedsintenties voor Arnhem, de stad waar ik woon. Verschillende kerken en gemeenschappen bidden zo elke week voor een ander thema. Deze maand bidden we voor schoolleiders in de stad, voor mensen met depressie en uitzichtloosheid, voor samenwerking tussen kerken, voor medelanders uit het Midden-Oosten. Onderwerpen die dichtbij liggen, elke Arnhemmer raken. Voor de Week van Gebed belandt een scala aan gebedsonderwerpen van verschillende partners uit de stad, onder andere van mensen uit de zorg, van horecaondernemers en vrijwilligers in de gevangenis in mijn mailbox en Whatsapp. Als ik daarnaast de app-groep met gebedsvragen die binnenkomen bij Stadsklooster Arnhem - de plek waar ik woon - doorscroll, dan is er veel om voor te bidden. Overweldigend bijna. En tegelijk is dit nog maar een zandkorreltje aan gebeden die over de hele wereld gebeden worden. En dan opnieuw dat besef dat we meebidden met God in onze voorbede.
Stilte
Al lezend in Poustina van Catherine de Hueck Doherty, een Russische vrouw in Noord-Amerika, ontdek ik hier nog meer van. Catherine stichtte ruim vijftig jaar geleden verschillende leefgemeenschappen in Canada en de Verenigde Staten. Gemeenschappen die gericht waren op gebed en beschikbaar zijn voor armen. Zij verlangde naar stilte en eenzaamheid, zij en mensen om haar heen zochten de stilte op, op plekken met alleen een simpel bed, een tafel en stoel, brood, water en een Bijbel. Ze gingen niet voor zichzelf de stilte in, maar juist voor anderen om in stilte te bidden. Zo ontstaan er plekken van voorbede in de stilte. Catharine schrijft:
‘Maar wat is de stilte van God anders dan het spreken van de Heer? De Vader spreekt door de Zoon, die zijn Woord is, en de Heilige Geest is de liefde tussen hen beiden: die in één en één in drie.’ [1]
Als iemand kwam met een concrete vraag dan ging hun gebed in die ontmoeting door en staken ze de handen uit de mouwen, want ‘als iemand met God in contact wil komen, [zal] hij dit met de mensen moeten doen… Ik kan niet bidden, als ik mijn broeder niet dien.’ Op deze manier zijn gebed en het gewone leven intens met elkaar verbonden. Als iemand je vraagt om gebed, zegt ze, draag je hiervoor ook enige verantwoordelijkheid. En als ik het vergeet, zegt ze, vraag ik ‘Help de mensen die me gisteren gevraagd hebben voor hen te bidden’.
Samen
Op deze manier wordt bidden - in alle stilte - iets gemeenschappelijks. Enerzijds door het diepe besef mee te bidden met de Vader, Zoon en Geest en in die gebedsgemeenschap opgenomen te worden. Anderzijds het besef dat voorbede iets gezamenlijks is met meerdere mensen en gemeenschappen. Dit komt samen in die gemeenschap bij God zelf waar bidders opgenomen zijn in de biddende gemeenschap van Vader, Zoon en Geest en daar meedoen in het bidden van God zelf voor deze wereld. Voor mij werd dit concreet in een gebedsviering van Stadsklooster Arnhem. Kijk dit filmpje maar eens en ontdek wat hier gebeurt in deze gebeden die samen naar God gebracht worden in ‘Stemmen van Gerechtigheid’.
- Clip: Muziek: Timo van Ruiswijk, Beeld: Marieke en Bart Meijer-Bernard
- Foto: Bart Meijer
Ingeborg te Loo is docent aan het Baptisten Seminarium.
[1] Catharine de Hueck-Doherty, Poustinia, een verhaal van Gods genade, Lannoo, Amsterdam 1978, p. 52.