Er zijn versoepelingen aangekondigd. Daardoor kunnen we weer nadenken over reizen naar het buiteland. Zou ik het willen? En waarheen dan? Allerhande herinneringen aan vakanties kwamen bij me boven. Van twintig jaar geleden bijvoorbeeld op een Grieks eiland. Gedenkwaardig omdat tijdens die meivakantie Nederland op z’n kop stond vanwege de moord op Pim Fortuyn. En Feijenoord de Europa Cup II won. Maar voor mij is er ook nog een heel andere herinnering.
Taal
Volgens het Groot Woordenboek van Van Dale is taal ‘het door het spraakorganen voortgebrachte middel waarvan de mens zich bedient om zijn gedachten of gevoelens kenbaar te maken.’ Oftewel: door middel van taal laten we elkaar merken wat we denken en voelen. Taal is het middel om ons te uiten en elkaar te laten weten wat ons bezighoudt.
Hoe lastig is het dan soms te merken dat er zovele talen bestaan. Ook toen ik in Griekenland was. Ooit leerde ik Grieks op het gymnasium. Maar het nieuwe Grieks is toch écht anders. Op verschillende momenten heb ik met handen en voeten geprobeerd om duidelijk te maken wat ik wilde kopen of vragen. Dat lukte lang niet altijd. Soms was er een grote spraakverwarring. Wist u bijvoorbeeld dat het Griekse woordje ‘nee’ (als ‘nai’ geschreven) ‘ja’ betekent? Dat is zo’n voorbeeld waarom verscheidene talen lastig kunnen zijn om je eigen gedachten en gevoelens kenbaar te maken…
Pinksteren en het talenwonder
Ik weet nog hoe ik mijmerde over die vele talen, zo vlak voor het Pinksterfeest dat we een week later in Nederland zouden vieren. Immers, op die voor ons beroemde Pinksterdag in Jeruzalem gebeurde een talenwonder: mensen uit vele landen horen de discipelen spreken, een ieder in zijn eigen taal. Kan dat?
Mijn herinnering is aan een speciaal moment tijdens onze vakantie. Een aantal keren had ik een poging gedaan om in gesprek te raken met de vriendelijke vrouw die elke dag ons appartement schoonmaakte. Maar verder dan wat blikken wisselen en enkele woordjes kwam het niet. En toen brak Pasen aan in Griekenland. Dat wordt in de oosters-orthodoxe kerken uitbundig en op zeer bijzondere wijze gevierd. Door een andere tijdsrekening valt het op een ander moment dan in het Westen. Dat jaar viel Pasen een week voor ‘ons’ Pinksteren.
Op Stille Zaterdag woonde ik een kerkdienst bij. Klokslag middernacht stond vrijwel elke inwoner op het dorpsplein van het dorp waar we verbleven. Te midden van enkele honderden inwoners stond ook ik met een brandend kaarsje in de hand. Wat een onvergetelijk moment. De klokken gingen luiden en ieder begroette elkaar met een kus en sprak de woorden ‘Christos Anesti’: Christus is opgestaan. Die tekst stond ook op de straten geschilderd, waarlangs op Goede Vrijdag een indrukwekkende processie was geweest.
Pasen en Pinksteren
Opeens stond naast mij de schoonmaakster. Ze kuste mijn vrouw en groette mij hartelijk met die twee woorden ‘Christos Anesti’. Taalbarrières vielen weg. We verstonden elkaar. We waren één op dit korte moment. Het was de Geest die ons deed zeggen: ‘Jezus is Heer’. Samen verwonderden wij ons over het Licht in de wereld. We voelden verbondenheid met elkaar. De taal van geloof, hoop en liefde blijkt op zo’n moment universeel. Daar vielen Pasen en Pinksteren bijna op één dag! Een wondermooi moment op een prachtige plek.
Wout Huizing is docent Baptisten Seminarium en stafmedewerker Reliëf (christelijke vereniging van zorgaanbieders)