De beste gedachten daar kom je niet op, die komen tot je. Iets treft je ineens, met een helderheid van inzicht waar je verrast van bent, stil van wordt. Alsof je zojuist iets wezenlijks op het spoor bent gekomen.
Zo zat ik onlangs in de auto terug van een Challenge, onderdeel van het project Begrijpend Leven. In een Millennial of Jongvolwassen Challenge committeert een groep zich voor 10 ontmoetingen aan het uitdiepen van een gezamenlijke vraag en het aanleggen ervan op een centrale passage uit de Bijbel. Als onderzoeker binnen het project Begrijpend Leven loop - of beter gezegd, rijd - ik deze challenges af om een duidelijk beeld te krijgen van wat er nou gebeurt wanneer mensen in gezamenlijkheid de Bijbel openslaan op zoek naar antwoorden voor de vragen die het leven opwerpt.
Enerzijds zou je kunnen stellen dat dit vragen is naar de bekende weg. Immers, we leven met een duidelijke schriftverwachting: we geloven dat God spreekt, door Zijn Woord. Daarbij kennen we een duidelijke Godsverwachting: we verwachten dat Hij aanwezig is in zulke ontmoetingen (lees Mattheus 18:20). En toch is het niet altijd klip en klaar, koek en ei. Toch ‘werken’ sommige ontmoetingen wel en anderen niet. Toch ervaren we de ene keer veel duidelijker dat de Bijbel ‘spreekt’ en dat we iets waarnamen van van Zijn aanwezigheid.
En in de auto trof me iets.
De gedachte die in me opkwam was dat er veel in zulke ontmoetingen gelegen is aan tijd en ruimte; aan de beschikbaarheid van tijd en aan de afbakening van ruimte; aan het vermogen van de groep om in deze apart gezette tijd-ruimtelijkheid aandacht te hebben voor elkaar, ontvankelijk te zijn voor hoe het leven pijn en moeite opwerpt en vraagtekens oproept bij de ander; toestaan dat de verhaallijnen in het narratief van je eigen leven doorweven raken met de verhaallijnen van een ander en de verhaallijnen uit de schrift. Dan kun je denk ik spreken van een tijd-ruimtelijkheid waarin Christus aan ons openbaar wordt in de ontmoeting met elkaar en in de gezamenlijke zoektocht naar de zeggingskracht en duiding van Zijn Woord.
Zo’n ontmoeting in tijd en ruimte gebeurt dan ineens. Het komt tot je, als iets wezenlijks en echts. Het enige wat je deed was het wijden van de tijd en ruimte aan God en aan elkaar. Je gaf je aandacht, je intentionaliteit, in het moment en in de ruimte. En toen gebeurde het ‘gewoon’.
Het klinkt zo gemakkelijk. Terwijl ik het, eerlijk gezegd, in het alledaagse al zo moeilijk vind om met aandacht in het moment en in de ruimte te zijn. Om aanwezig te zijn. Er is zo’n ellendig elektronisch device dat dagelijkse mijn aandacht kaapt. Een smartphone die me, hoewel ik lijfelijk aanwezig ben, keer op keer opslokt in een digitale tijd-ruimtelijke tussendimensie. Als ik niet oppas vul ik elk loos moment gedachteloos op met die veegmachine, dat aan mijn hand vergroeide doom-scroll-ding. Zou het kunnen dat de mate waarin ik mijn aandacht laat kapen omgekeerd evenredig is aan de mate waarin ik ontvankelijk ben voor echte ontmoeting met God en de ander? En als dat zo is, welke keuzes heb ik dan te maken om beschikbaar aanwezig te zijn in mijn gezin, op mijn werk, in de gemeente?
Ik ben maar vast begonnen om mijn iPhone overdag zoveel mogelijk boven te laten liggen. Zodat ik weer bewust mijn aandacht kan geven in het moment op de plek waar ik daadwerkelijk ben. Zodat ik geraakt kan worden.
Volgens mij ben ik iets wezenlijks op het spoor.
Bart de Zwaan is medewerker van het Seminarium en onderzoeker voor de JoVo Challenge.